1.2 Ondersteunen

De ondersteuning sluit zoveel mogelijk aan bij de identiteit en de levenswijze van deze inwoner en kent verschillende vormen. Zo kan er een hulpmiddel worden verstrekt dat bijdraagt aan de zelfstandigheid, individuele begeleiding gericht op herstel of bestendiging, algemene voorzieningen gericht op ontmoeten en structuur. Vaak gaat het om een combinatie van verschillende voorzieningen, waarbij altijd eerst wordt gekeken naar wat iemand zelf kan, al dan niet met behulp van het sociale netwerk. We zorgen ervoor dat inwoners zo lang mogelijk in de eigen woonomgeving kunnen blijven.

De raad heeft in 2019 middelen vrijgemaakt voor 4 nieuwe wijklocaties, waarvan er twee in 2020 zijn opgeleverd en twee worden opgeleverd in 2021. Deze ‘huiskamers van de wijk’ faciliteren de professionals die werken voor Samen055 om inwoners dichtbij en preventief van hulp en ondersteuning te voorzien.

De focus ligt op: herstel in de eigen omgeving, het stimuleren van de zelfredzaamheid en de participatie en het zo goed mogelijk zelfstandig wonen. We realiseren stabiele woonplekken in de wijken en hebben daarbij aandacht voor de draagkracht en draagvlak van de buurtbewoners. Kwetsbare mensen kunnen zo beschermd thuis wonen.

Als het niet lukt om zelfstandig te wonen, zorgen we voor opvang en beschermde woonplekken. We spreken de bewoners maximaal aan op wat ze (nog) zelf kunnen. Ze doen gewoon mee in de samenleving, aan dagbesteding, vrijwilligerswerk of betaald werk. Ook halen ze zelf boodschappen en koken alleen of samen met huisgenoten. Hulpverleners komen bij de mensen thuis om daar de benodigde begeleiding te bieden. Al die dingen samen zorgen voor de broodnodige structuur.

Onze dienstverlening gaat uit van de behoeften van kwetsbare inwoners, zodanig dat deze meer regie krijgen op hun eigen leven. We streven in onze dienstverlening naar normalisering.  We realiseren ons dat de uitgangspunten van de Wmo zoals autonomie, zelfredzaamheid en eigen kracht niet altijd overeenstemmen met lagere regelgeving en jurisprudentie wat kan leiden tot overvragen. We ontwikkelen een kwaliteitssysteem waarin naast regels over veiligheid en privacy aandacht is voor aspecten van kwalitatief goede zorg.

De regio Oost Veluwe heeft een relatief hoog aantal Beschermd Wonen cliënten. Per 1-1-2021 zal een groot deel van deze cliënten overgaan naar de Wlz. Dit gaat gepaard met een overheveling van budget van de Wmo naar de Wlz. Deze beweging is budgetneutraal.

Met de Transformatie-agenda MO/BW 2016-2020 is ingezet op een beweging (waar mogelijk) van intramuraal wonen in Beschermd Wonen naar GGZ in de wijk: zo goed mogelijk zelfstandig wonen met (intensieve) ambulante begeleiding. Ook met de EPA Taskforce is die beweging afgesproken en in gang gezet. Komende periode willen we daar een impuls aan geven. Hiertoe is ook een financiële noodzaak.

Vanaf 2022 gaat het Rijk het resterende macrobudget landelijk herverdelen over de regio’s. Voor Oost Veluwe betekent dit een forse afname, mogelijk een halvering van het resterende budget Beschermd Wonen in een groeipad van 10 jaar. Zo'n forse afname van middelen vraagt om forse en integraal afgewogen keuzes. Daarom wordt een ontwerp beschermd thuis 2030 ontwikkeld waarin visie, uitgangspunten en randvoorwaarden voor de doorontwikkeling van GGZ in de wijk worden uitgewerkt. Het ontwerp zal eind 2020 aan de raad worden aangeboden.

De Kadernota Sociaal Domein zal vooral gericht zijn op het bundelen, ordenen en overzichtelijk maken van de beleidskaders voor Jeugd, Wmo en Activering, Participatie, Werk en Inkomen als geheel. Daarnaast brengen we de ontwikkelingen en het beleid voor de komende jaren in het Sociaal Domein in beeld. Naar verwachting wordt de Kadernota Sociaal Domein in het voorjaar 2021 ter consultatie aan de raad voorgelegd.

We hebben te maken met structureel hogere kosten voor routegebonden vervoer. Deze hogere kosten zijn het gevolg van:

-     een stijgende zorgvraag die direct doorwerkt op de vraag naar vervoer;

-     een stijging aan solo-indicaties onder andere vanwege de complexiteit van zorgvraag van cliënten/

      leerlingen. Door met name steeds groter psychische- en gedragsproblemen wordt in het leerlingenvervoer

      meer beroep gedaan op solo-indicaties om problemen tijdens het vervoer te voorkomen;

-     er zijn minder (efficiëntere) combiritten te maken, omdat Apeldoorn geen combi’s kan maken met andere     

      gemeenten binnen het routegebonden vervoer;

-     de hoge kwaliteitseisen die wij vorig jaar in de aanbesteding aan de vervoerders hebben gesteld.

-     de aantallen waarmee bij de aanbesteding gerekend is, zijn gebaseerd op aannames, dan wel (niet

      complete) data van PlusOV. In de praktijk is het aantal gebruikers groter gebleken.