Paragraaf

Lokale heffingen

Onroerende- zaakbelasting (OZB)

De OZB aanslag wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak, de heffingsmaatstaf.  De nieuwe vastgestelde WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2020 zijn bepalend voor het belastingjaar 2021. In 2021 worden voor alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen nieuwe WOZ-beschikkingen afgegeven die het hele jaar 2021 geldig zijn. De waarde van een woning in Apeldoorn is ten opzichte van peildatum 1 januari 2019 (aanslag 2020) gemiddeld met 6,5% gestegen. De gemiddelde waarde van een niet-woning is ten opzichte van de peildatum 2019 gelijk gebleven.

Bovenstaande wijzigingen leiden tot de volgende OZB- tarieven voor 2021:

Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening

2020

2021

Gebruikersbelasting:

niet-woningen

0,3366%

0.3429 %

Eigenarenbelasting:

woningen
niet-woningen

0,1317%
0,4275%

0,1259 %
0,4352 %

Bij de berekening van de tarieven OZB is de indexering van de OZB aanslag uitgangspunt. Voor 2021 indexeren we met het inflatiepercentage van 1,9%.
Een waardedaling of waardestijging wordt verdisconteerd in het tarief. Een waardedaling leidt daarom tot een tariefstijging en een waardestijging leidt tot een tariefdaling. Door de toename van de waarde van woningen daalt het OZB- tarief voor woningen.
Omdat de waarde en het volume voor niet- woningen gelijk is gebleven stijgen de tarieven voor niet- woningen ongeveer met het inflatiepercentage.

Macronorm wordt benchmark
In 2019 is de macronorm, de norm voor de totale opbrengsten OZB in Nederland, voor de laatste keer toegepast. In de plaats van deze norm is de benchmark, waarin de ontwikkeling van de OZB, de riool- en afvalstoffenheffing gekomen. Het resultaat van de benchmark komt in de COELO-atlas die u hier
kunt vinden.

Rioolheffing

Naast de zorg voor inzameling en transport van afvalwater hebben gemeenten ook een regenwater zorgplicht en hebben zij een rol als regisseur bij de aanpak van grondwaterproblemen. De gemeente is dus niet alleen verantwoordelijk voor het onderdeel afvalwater, maar voor bijna de gehele gemeentelijke waterhuishouding. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op gebruikers van woningen en niet-woningen. De aanslagen rioolheffing worden berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De werkzaamheden, zoals opgenomen in het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) zijn de basis voor de raming van de tarieven 2021. Overigens actualiseren wij het GRP, dat eind 2020, begin 2021 aan u wordt voorgelegd.

Berekening kostendekkendheid van de rioolheffing in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

9.985.723

Inkomsten taakveld, excl. heffingen

16.133

Netto kosten taakveld

9.969.590

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

688.863

BTW

1.828.838

Totale kosten

12.503.424

Opbrengst heffingen

12.423.861

Dekking

99,4%

Beleidsuitgangspunten
Het tarief in 2021 is nagenoeg volledig kostendekkend. De tariefschommelingen worden in de tussenliggende jaren geëgaliseerd. In de voorziening riolering is voldoende ruimte om deze schommelingen op te vangen. De straatveegkosten worden voor 50% doorberekend en de overige kosten, inclusief kwijtschelding, worden volledig doorberekend in het tarief.
Voor de rioolheffing hanteren we één tarief. De gemiddelde rioolheffing stijgt in 2021 trendmatig met 1,9%. Net als bij de OZB beïnvloedt de waardeontwikkeling van woningen en niet- woningen het tarief. Door het verschil in waardeontwikkeling van woningen en niet- woningen zullen de aanslagen voor woningen iets hoger uitvallen (gemiddeld 2,4%) en voor niet- woningen dalen (- 3,7%).

Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening rioolheffing

2020

2021

gebruikers (woningen en niet woningen)

0,0536

0,0516

Afvalstoffenheffing

In het eerste kwartaal van 2020 is het Recycleplan volledig uitgerold en is het omgekeerd inzamelen ook in het noordelijk deel van Apeldoorn geëffectueerd. Over de ontwikkelingen hebben wij u geïnformeerd in de Tussentijdse Rapportage 2020 en in onze brief aan u van 18 juni 2020 over de servicelevels. Zoals wij al eerder aan u hebben gemeld is het omgekeerde inzamelen succesvol en verwachten wij in 2020 het tussendoel, namelijk 80 kg. restafval per huishouden te halen.
Nu we ervaring hebben opgebouwd met de nieuwe wijze van inzamelen kunnen we een meer betrouwbare begroting opstellen. Maar zoals bekend blijft de financiële houdbaarheid van de totale inzameling onder druk staan. In 2020 is een forse stap gezet naar de wens van een kostendekkend tarief, echter door autonome ontwikkelingen, beleidseffecten, fluctuaties in verwerkingsprijzen en een verdere daling van het getarifeerde deel restafval (inkomsten) zal het een blijvende uitdaging zijn een meerjarig 100% kostendekkend tariefstelsel te behouden.
Risico’s blijven de hogere verwerkingskosten van de recyclepleinen, een goede financiële inschatting van kosten en opbrengsten op basis van aantallen ledigingen, tonnages afval en de ontwikkelingen op het PMD-dossier.

Voor 2021 hebben we de volgende begroting opgesteld.

Berekening kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

19.982.879

Inkomsten taakveld, excl. heffingen

2.421.500

Netto kosten taakveld

17.561.378

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente en overige kosten

127.785

BTW

3.570.448

Totale kosten

21.259.612

Opbrengst heffingen

21.254.332

Dekking 

100%

Op basis van de nu bekende gegevens en inschattingen is de afvalbegroting aangepast aan de actuele ontwikkeling, maar zijn er zoals gezegd nog steeds onzekerheden en risico’s. De kostendekkende begroting leidt tot een gemiddelde afvalstoffenheffing van afgerond € 300 per huishouden in 2021.

Beleidsuitgangspunten
Het afvalbeleid is gebaseerd op het recycleplan “Recycleservice 2025” dat juni 2017 door de gemeenteraad is vastgesteld. De raming van 2021 en verder is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • Voorlopig geen wijzigingen in het beleid van “Recycleservice 2025”. Ongewijzigd hoog serviceniveau.
  • Een 100% kostendekkend tarief (gedekt door de ruim 71.000 huishoudens). Geen beroep op de algemene middelen.
  • Behoud van de financiële diftarprikkel t.b.v. maximaal scheidingsgedrag.
  • Geen wijzigingen in kwijtscheldingsbeleid, wel prikkel op scheidingsgedrag. De kosten van kwijtschelding worden gedekt uit het tarief van de afvalstoffenheffing.
  • Vorming van een buffer/egalisatievoorziening gezien het groot aantal in omvang wisselende variabelen.

De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast en een variabel gedeelte. Elk huishouden is het vast gedeelte verschuldigd dat bestaat uit één tarief per jaar, ongeacht de omvang van dat huishouden. Dit deel komt op afgerond € 267 in 2021, een stijging van 1,9% ten opzichte van 2020. De reguliere index. Het variabele deel wordt berekend op basis van het aantal liters restafval en komt op gemiddeld € 33 per jaar voor een gemiddeld huishouden.

Ontwikkeling woonlasten

De gemeentelijke woonlasten betreffen voor huishoudens met een eigen woning, de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.
In onderstaande tabel wordt een totaalbeeld gegeven van de ontwikkeling van de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden met een woningwaarde van € 287,01. Een stijging ten opzichte van vorig jaar met 6,5%. Op totaalniveau stijgen de gemiddelde woonlasten in 2021 met 1,9 %.

Onze woonlasten zijn in 2020 iets hoger dan het landelijk gemiddelde van € 776 (bron: Coelo). We kunnen nu nog niet overzien welke positie Apeldoorn ten opzichte van andere gemeenten in 2021 zal innemen.
Gelet op signalen van andere gemeenten, verwachten we dat de gemiddelde landelijke woonlasten in 2021 meer zullen stijgen dan de woonlasten in Apeldoorn. De stijging zal in het voorjaar van 2021 zichtbaar worden in publicaties van Coelo, waaronder de Atlas lokale lasten en benchmark gemeenten.

Woonlasten

2020

2021

% ontw.

Gemiddelde woningwaarde

€269.579

€287.101

6,5%

Ozb

€ 354,98

 €361,39

1,8%

Rioolheffing
Afvalstoffenheffing

€ 144,60
€ 295,00

€148,09
€ 300,00

2,4%
1,7%

Totaal

€ 794,58

€809,48

1,9%

Overige belastingen, heffingen en rechten

  • Parkeerbelastingen

In de gemeente Apeldoorn worden de parkeertarieven gebruikt om de kosten voor parkeervoorzieningen te compenseren en om het parkeren binnen de gemeente te reguleren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen parkeren voor bewoners, bezoekers en woon- werk parkeren. Het streven is zo min mogelijk auto’s langs de openbare weg te laten parkeren. Tarieven dragen bij aan het stimuleren van gebruik van alternatieven voor de auto voor woon- werkverkeer.

Voor de bepaling van de parkeertarieven wordt een gedifferentieerd systeem toegepast. Dit werd jaarlijks op basis van inflatie geactualiseerd. Op 21 maart 2019 is de nieuwe Parkeervisie vastgesteld waarin het nieuwe beleid voor parkeren en de tarieven is vastgesteld. De belangrijkste aanpassing van de tarieven is dat die niet jaarlijks worden geïndexeerd, maar om het jaar. De inflatiecorrectie bedroeg in 2020 4,2% zodat de tarieven in 2020 en 2021 gelijk blijven voor kort parkeren op het Marktplein en bewonersvergunningen. Ook is een kort parkeertarief van € 1,- per uur ingesteld in garages Haven Centrum en Brinklaan in dezelfde twee jaar. Bij de nieuwe vaststelling van tarieven per 1-1-2022 kan bezien worden of een correctie op basis van daadwerkelijke ontwikkelingen ten opzichte van de prognose noodzakelijk blijkt.

  • Precariobelasting

Precariobelasting wordt geheven voor het gebruik van gemeentegrond. Hieronder valt niet alleen het plaatsen van containers langs- of op de openbare weg, maar bijvoorbeeld ook lichtbakken aan winkels die boven gemeentegrond hangen. Precariobelasting is een ongebonden belasting, waarbij de gemeente volledige vrijheid heeft in de vaststelling van de hoogte van de tarieven.

Inmiddels is de precariobelasting voor kabels en leidingen afgeschaft. Er geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2022. Onder deze overgangsregeling kan maximaal naar het tarief zoals dat gold op 10 februari 2016 geheven worden. Voorgesteld wordt om de tarieven voor de precariobelasting te verhogen met 1,9% met uitzondering van de tarieven voor kabels en leidingen.
Tevens wordt voorgesteld om betaling van precariobelasting in meerdere termijnen mogelijk te maken.

  • Hondenbelasting

Hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat de raad vrij is in de bepaling van de opbrengst: er hoeft geen relatie met de kosten te zijn. Voorgesteld wordt om de tarieven voor hondenbelasting te verhogen met 1,9%.

  • Toeristenbelasting

In november 2016 is besloten de tarieven met ingang van 1 januari 2017 voor vier jaar telkens te verhogen met 5%, Met de toeristische sector zijn in 2020 nieuwe afspraken gemaakt. Voor de tarieven betekent dit:

  • De tarieven toeristenbelasting met ingang van 1-1-2021 voor vier jaar telkens te wijzigen met het consumentenprijsindexcijfer juni 2020 van1,6%;
  • De extra opbrengsten ten opzichte van de totaalopbrengst in 2016 exclusief te bestemmen voor structuurversterking van de toeristische sector binnen het vastgesteld raadskader van Welkom in Apeldoorn en in het kader van de gebiedsopgave Veluwe.
  • De meeropbrengst als gevolg van de wijzigingen geoormerkt toe te voegen aan het werkbudget van het programma Welkom in Apeldoorn.
  • Reclamebelasting

De tarieven voor de reclamebelasting 2017 zijn op 23 juni 2016 door de raad vastgesteld. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, na aftrek van de gemeentelijke in- en uitvoeringskosten, als subsidie beschikbaar gesteld aan de stichting Centrum Management Apeldoorn. Aan de subsidie is de conditie verbonden dat de stichting met haar activiteiten de aantrekkelijkheid van de binnenstad versterkt. De tarieven reclamebelasting verhogen we met de inflatie van 1,9%.

  • Marktgelden

Het streven is om de warenmarkten kostendekkend te maken. Voorgesteld wordt om de tarieven niet verder te verhogen dan met de intern gewogen index (1,9%).

Berekening kostendekkendheid van de marktgelden in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

299.284

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

-58.506

Netto kosten taakveld

240.778

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

104.116

BTW

18.215

Totale kosten

363.139

100%

Opbrengst heffingen

334.911

Dekking

92%

  • Grafrechten

Voorgesteld wordt om de tarieven van de grafrechten per 2021 gemiddeld te verhogen met 2,2%. Hiermee zijn de grafrechten kostendekkend.
Een aantal tarieven in de verordening Grafrechten 2021 worden tot 2023 niet geïndexeerd om meer balans te krijgen in de tariefstelling tussen de kosten van cremeren en begraven.  

Berekening kostendekkendheid van de grafrechten in €

kosten taakveld incl. (omslag)rente

1.189.831

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

-116.142

Netto kosten taakveld

1.073.689

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag) rente

565.835

BTW

42.150

Totale kosten

1.681.674

100%

Opbrengt heffingen

1.650.000

Dekking

98%

  • Leges en rechten

De verschillende leges en rechten die worden geheven, worden in principe verhoogd met 2,2%.
Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals leges burgerzaken, is rekening gehouden met wettelijk vastgestelde tarieven.
De leges voor burgerzaken hebben in hoofdzaak betrekking op wettelijke tarieven. De dekking voor de leges voor het publiek domein is verlaagd van 36% in 2020 naar 26% in 2021. Dit komt door het aframen van de baten voor vergunningen met € 60.000.

Berekening kostendekkendheid van de leges burgerzaken (inclusief) Naturalisatie) in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

1.998.894

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

Netto kosten taakveld

1.998.894

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

612.551

BTW

40.278

Totale kosten

2.651.723

100%

Opbrengst heffingen

2.272.725

Dekking

86%

Berekening kostendekkendheid van de leges Publiek Domein in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

393.582

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

0

Netto kosten taakveld

393.582

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

301.930

Totale kosten

695.512

100%

Opbrengst heffingen

184.000

Dekking

26%

Beleidsuitgangspunten
De volgende beleidsuitgangspunten zijn opgenomen in de legesverordening:

  • Het verstrekken van een digitaal aangevraagd uittreksel voor een persoon is goedkoper dan indien dit aan de balie of schriftelijk wordt aangevraagd.
  • De maximale tarieven van reisdocumenten en rijbewijzen worden door het Rijk vastgesteld. De gemeente hanteert deze maximumtarieven.
  • Het Rijk stelt de tarieven voor naturalisatie, Verklaring omtrent gedrag, uittreksel Burgerlijke Stand, verklaring huwelijkstoestemming en bewijs van in leven zijn vast.

Berekening kostendekkendheid van de leges omgevingsvergunning, activiteit bouwen in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

3.430.330

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

913.762

BTW

378.379

Totale kosten

4.722.474

Opbrengst heffingen

4.722.474

Dekking

100%

Het legestarief omgevingsvergunning, activiteit bouwen, is in 2021 2,4% van de bouwkosten. We verwachten in 2021 ongeveer dezelfde hoeveelheid bouwaanvragen als in 2020. Net als in 2020 zullen in 2021 weer grote projecten gerealiseerd worden. Eventuele tekorten worden gedekt uit de opgebouwde voorziening.

Beleidsuitgangspunten
De volgende beleidsuitgangspunten tarieven omgevingsvergunning, activiteit bouwen zijn opgenomen in de legesverordening:

  • Volledige kostendekking (100%) van de taak vergunningverlening voor de activiteit bouwen (voorheen bouwvergunningen) bij alle betrokken organisatieonderdelen.
  • Het beschikbaar zijn van een buffer in de vorm van de egalisatievoorziening bouwleges in relatie tot de risico's vanuit de bedrijfsvoering en continuïteit in de tariefstelling.
  • Kruissubsidiëring binnen het tarief omgevingsvergunning, activiteit bouwen. Vergunningen met een lage bouwsom zijn niet kostendekkend.  Hiervoor is gekozen om de drempel voor het indienen van aanvragen voor kleine plannen zo laag mogelijk te houden en daarmee te bevorderen dat aanvragen voor omgevingsvergunningen worden ingediend. Een hoge drempel kan de clandestiene bouw bevorderen en daarmee de handhavingstaak vergroten. De kosten van handhaving dienen uit de algemene middelen opgebracht te worden.
  • Normkostensystematiek: voor nieuwbouw en uitbreiding van gebouwen wordt de zogenaamde normkostensystematiek toegepast. Hierbij worden de leges berekend aan de hand van een vast bedrag per vierkante meter gebruiksoppervlakte. Met deze systematiek wordt ten dele tegemoet gekomen aan de kritiek op de berekening van bouwleges aan de hand van alleen de bouwkosten omdat dan grote projecten relatief veel meer betalen dan de kleine initiatieven (kruissubsidiëring). De vastgestelde normkosten komen hier enigszins aan tegemoet door kortingspercentages toe te passen op de grotere gebruiksoppervlaktes zodat hier enige nivellerende werking van uitgaat. Bovendien is het zo dat normkosten objectief zijn vast te stellen.
  • Door de ervaringen in ons energieloket hebben we een goed beeld van de gevallen waarin leges een belemmering kunnen zijn om tot duurzaamheidsmaatregelen over te gaan. De tarieven voor de leges zijn daarom waar mogelijk zo vastgesteld dat leges geen onnodige drempel vormen voor het uitvoeren van duurzaamheidsmaatregelen bij bouw en verbouw. Dit betreft lagere leges bij het plaatsen van zonnepanelen, warmtepompen, installaties voor warmteterugwinning en laagtemperatuursystemen (en een combinatie van de laatste twee maatregelen).
Deze pagina is gebouwd op 10/02/2020 14:21:39 met de export van 09/28/2020 17:22:05